Deze website gebruikt eigen cookies en cookies van derden om de site goed te laten functioneren en om gebruiksstatistieken te genereren.
Door verder te browsen begrijpen we dat je akkoord gaat met ons ookiebeleid

La Rioja is meer dan wijn

Rioja is wijn, dat weten zelfs Nederlanders. Het is de beroemdste wijn van Spanje, die in de hele wereld aftrek vindt en die het vooroordeel doorbreekt dat het land slechts olijfolie van de dorre grond of met man en macht geïrrigeerde tomaten voortbrengt. Ook intern geniet de Rioja een grote reputatie en hij laat moeiteloos de concurrentie uit andere Spaanse gewesten achter zich. De wijn is zo gerenommeerd dat er zelfs een complete deelstaat naar is vernoemd. Of was het andersom?

2016-10-11

De meningen hierover lopen uiteen. Na de dood van dictator Francisco Franco in 1975 was het noodzakelijk een nieuwe democratische grondwet in te voeren en een van de kernpunten daarin was een verregaande decentralisatie die beantwoordde aan de eisen van autonomie van streken als Catalonië en Baskenland. Maar de opstellers van de grondwet schoten in die opzet een beetje door en riepen maar liefst zeventien deelstaten met een eigen bestuur in het leven. Een van de kleinere op dit palet werd La Rioja, ingeklemd tussen het oude Castilië en het opstandige Baskenland.La Rioja is synoniem gebleven met de vino. Dat betekent dat je vooral in het noorden, tegen de Baskische grens aan, klassieke wijnroutes kunt doen: een glooiend landschap waarin de rode aarde is bedekt met wijnranken en waarin bijna elk oord zijn bestaansrecht dankt aan de bodegas, uiteraard met proefmogelijkheid. Het centrum hiervan is het elegante plaatsje Haro waar je al bijna aangeschoten raakt tijdens een simpele dorpstocht.

Maar La Rioja is meer dan wijn. Het beeld van welvaren in een prettige atmosfeer verdwijnt volledig in de zuidoostelijke hoek, een ruig gebied van kale bergkammen waarop niets groeit en waar de inwoners van de schaarse gehuchten moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen. Welvarend was het hier heel lang geleden: dit is het paradijs van de dinosaurussen wier enorme sporen her en der zijn te bewonderen. De liefhebber kan zich er dagenlang mee vermaken, dromend van de monsters die in La Rioja ooit de dienst uitmaakten. Het beste startpunt voor een prehistorische omzwerving is Enciso, een nederige vlek die zich laaft aan een letterlijk groots verleden.

Vele miljoenen jaren later kwam La Rioja in de greep van een totaal ander soort vreemde wezens: monniken en nonnen. De deelstaat telt enkele van de belangrijkste kloosters van Spanje dat op dit gebied toch al zo rijkelijk is verwend. Zoals Santo Domingo de la Calzada, dat in de loop der eeuwen is uitgedijd tot een compleet stadje inclusief kathedraal. Of San Millán de la Cogolla, de opvolger van twee tot ruïnes vervallen kloosters vlakbij: het Monasterio de Suso en het Monasterio de Yuos, waar de oudste manuscripten in het Spaans gevonden zijn en die dus te boek staan als de kraamkamer van de Spaanse taal. Dit illustere drietal bereik je door vanuit Nájera de weg naar het zuiden te nemen. Wanneer je de doodlopende afslag naar San Millán laat liggen, beland je in een steeds woestere omgeving die het hoogtepunt bereikt bij de volgende, eveneens doodlopende afslag. Die leidt slingerend door het uitgestorven en adembenemend berglandschap van de Sierra de la Demanda naar het klooster van Valvanera, de heiligste plaats van de Riojanen.

Plotseling is er leven in het niemandsland, zij het dat het een streng monnikenleven is. Nuestra Señora de Valvanera is een abdij die wordt bewoond door benedictijnen. De kerk van het complex is het onderkomen van het beeld van de gelijknamige Maagd, de schutspatrones van La Rioja. Als gebruikelijk gaat het om een beeld dat lang geleden, in dit geval in de 9de eeuw, door een passant werd gevonden, een gebeurtenis die als een vingerwijzing van boven werd beschouwd en die de vindplaats tot een centrum van Mariaverering maakte. Bij elke officiële gelegenheid trekken de notabelen uit de hoofdstad Logroño hierheen om de Maagd te danken. Al in de 10de eeuw werd Valvanera voor het eerst in geschriften genoemd toen een kleine kerk het beeld inkapselde. De huidige gotische kerk dateert uit de 15de eeuw, heeft een streng en massief uiterlijk en past naadloos in het geheel van de abdij die de aanblik van een fort biedt. Zoals veel kloosters tijdens de periodieke opstanden tegen de macht van de kerk in Spanje viel ook Valvanera ten prooi aan brandstichting en plundering. Een groot deel van het huidige complex is aan het eind van de 19de eeuw nauwgezet gereconstrueerd.Waar in Valvanera geslapen kan worden, hangt af van de vraag of de reiziger man of vrouw is. De Hospedaría Monástico van de abdij ontvangt alleen mannen. Zij kunnen voor enige tijd deel uitmaken van de gemeenschap van de benedictijnen, op voorwaarde dat zij niet de toerist komen uithangen. Stilte, reflectie of studie moeten een motivatie zijn om een van de dertien individuele kamers (met verwarming) te kunnen betrekken. Maar veel van de aanloop bestaat uit mensen die komen genieten van de onbeschaamd ruige natuur zonder daarvoor tijdelijk tot het kloosterleven te willen toetreden. Voor hen hebben de benedictijnen in een vleugel een Hospedería-Hostal ingericht, een zeer eenvoudig hotel waar ook vrouwen en kinderen welkom zijn. Wandelen over bergpaden is het enige vertier, het eten van de monnikenkeuken is simpel, maar de zelfgestookte likeur is een opkikker op de vele koude avonden.

(de Volkskrant, 26/04/2003)

Terug